“‘Hij Fietst Echt Op Een Ander Niveau’ — Jasper Philipsen Doet Boekje Open Over Mathieu van der Poel’s Onwaarschijnlijke Overmacht, Met Exclusieve Blik Achter de Schermen op Keiharde Training, Tactisch Meesterschap en IJzersterke Teamgeest Die De Nederlander Onstuitbaar Maakt en Alpecin-Deceuninck Tot De Meest Gevreesde Macht in Het Peloton”
Wie in het huidige wielrennen denkt aan pure kracht, onvoorspelbare aanvallen en het vermogen om klassiekers én kampioenschappen op zijn naam te zetten, komt vanzelf uit bij de naam Mathieu van der Poel. De Nederlandse kampioen heeft de afgelopen seizoenen een niveau gehaald dat zelfs zijn eigen ploeggenoten soms met verbazing vervult. Niemand kan dat beter vertellen dan Jasper Philipsen, zijn Belgische ploegmaat bij Alpecin-Deceuninck, die in een exclusief interview ongekende details deelt over de man die, naar eigen zeggen, “op een ander planeet” rijdt.
Een Onstuitbare Opmars
De cijfers liegen er niet om. In de afgelopen twee seizoenen wist Van der Poel onder meer de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, het WK op de weg, en diverse andere eendaagse koersen te winnen. Zijn aanvalslust, gecombineerd met een schijnbaar bodemloos uithoudingsvermogen, heeft hem een bijna mythische status bezorgd. Volgens Philipsen is dat geen toeval, maar het resultaat van een bijna obsessieve toewijding aan het vak.
“Mathieu is niet alleen een supertalent,” vertelt Philipsen. “Hij werkt ook gewoon harder dan bijna wie dan ook die ik ken. Het beeld dat mensen soms hebben, dat hij zomaar uit het niets een koers wint, klopt echt niet. Achter elke overwinning zit een ongelooflijke hoeveelheid werk.”
Trainingsbeest
Wie denkt dat Van der Poel enkel vertrouwt op zijn aangeboren talent, heeft het mis. Philipsen onthult hoe de Nederlander zijn trainingsschema’s soms tot op het obsessieve af perfectioneert.
“Hij is altijd bezig met details,” zegt Philipsen. “Soms rijden we trainingen waarvan ik denk: dit kan toch niet gezond zijn? Bergop tien keer volle bak, afgewisseld met blokken op drempelvermogen, en dat soms urenlang. En hij klaagt nooit. Zelfs als ik sterf op de fiets, roept hij nog: ‘Komaan, nog eentje!’”
Ook buiten de fiets laat Van der Poel niets aan het toeval over. “Zijn voeding, zijn rustmomenten, zijn herstel… Alles is doordacht. Hij analyseert ook echt elke koers, elke move van de tegenstanders. Als hij de koers aanvalt, lijkt dat misschien impulsief, maar vaak heeft hij dat scenario al duizend keer in zijn hoofd doorgelopen.”
Tactisch Meesterschap
Toch gaat het bij Van der Poel niet alleen om fysieke macht. Volgens Philipsen schuilt de grootste kracht van zijn ploegmaat in zijn tactisch inzicht en durf. “Hij rijdt alsof hij alles onder controle heeft. Zelfs als hij vroeg aangaat, wat vaak gek lijkt, weet hij meestal precies wat hij doet. Hij voelt aan wanneer het moment daar is, zelfs als het peloton denkt dat het te vroeg is.”
Een goed voorbeeld daarvan was de Ronde van Vlaanderen, waar Van der Poel op tientallen kilometers van de finish een alles-of-niets-aanval plaatste. “Ik dacht eerst: ‘Wat doe je nu?’” lacht Philipsen. “Maar hij rijdt gewoon iedereen kapot. Het lijkt soms alsof hij in een andere dimensie zit.”
Inspiratie voor Het Hele Team
Het succes van Van der Poel straalt af op de hele ploeg. Alpecin-Deceuninck is niet langer een underdog, maar een team dat gekoesterd wordt als één van de absolute grootmachten in het wielrennen. Philipsen: “Iedereen in de ploeg voelt die vibe. Als Mathieu rijdt, geloven we allemaal dat we kunnen winnen. Dat is een enorm verschil met een paar jaar geleden, toen we vooral hoopten op een goede uitslag.”
Zelf groeide Philipsen de voorbije jaren uit tot de snelste sprinter van het peloton, met etappezeges in de Tour de France en overwinningen in topkoersen. Ook daarin speelt Van der Poel een rol. “Hij is de perfecte lead-out, maar hij is ook de man die me elke dag pusht. Als hij zegt dat ik iets kan, geloof ik hem meteen. Hij heeft zo’n charisma en overtuigingskracht.”
De Druk van De Favorietenrol
Maar de status van favoriet brengt ook druk met zich mee. Philipsen geeft toe dat het niet altijd gemakkelijk is om te koersen met een man als Van der Poel in de ploeg. “Je weet dat iedereen naar ons kijkt. We kunnen niks meer verstoppen. En Mathieu zelf legt zichzelf ook gigantische druk op. Hij wil altijd winnen. Als het eens niet lukt, kan hij daar echt van balen.”
Die drang om te winnen is soms zowel een vloek als een zegen. Philipsen: “Hij heeft geen rem. Zelfs als hij ziek is of zich niet top voelt, wil hij aanvallen. Soms proberen de ploegleiders hem een beetje te temperen, maar dat lukt lang niet altijd.”
De Legende Groeit
Van der Poel’s prestaties hebben hem intussen een plek gegeven tussen de groten der aarde. Vergelijkingen met renners als Tom Boonen, Fabian Cancellara of zelfs Eddy Merckx duiken geregeld op. Philipsen nuanceert dat enigszins. “Eddy Merckx was echt van een andere tijd, met veel meer koersdagen. Maar qua talent en impact op het wielrennen? Dan komt Mathieu wel héél dichtbij.”
Voor Philipsen zelf is het een bijzondere ervaring om naast zo’n kampioen te rijden. “Het maakt je eigen ambities groter. Ik wil zelf ook klassiekers winnen, maar als Mathieu erbij is, weet je soms dat hij gewoon sterker is. Daar moet je soms je eigen ego een beetje voor opzijzetten.”
Internationale Allure
Niet alleen in Nederland of België is Van der Poel een fenomeen. Zijn internationale aantrekkingskracht is enorm. Of het nu in Italië, Frankrijk, of zelfs de Verenigde Staten is: Van der Poel trekt overal fans. Philipsen ziet het elke dag. “Mensen staan met borden langs de weg, roepen zijn naam. In de Tour was het soms alsof hij een rockster was. Dat is niet normaal.”
Ook zijn veelzijdigheid maakt hem uniek. “Hij rijdt veldrijden, mountainbike, weg… en hij wint overal. Welke renner doet dat hem na? Zelfs de grote kampioenen kiezen vaak één discipline. Mathieu wil alles, en hij kán ook alles.”
Een Toekomst Vol Mogelijkheden
De grote vraag is hoe lang Van der Poel dit niveau nog kan volhouden. Philipsen denkt dat het einde nog lang niet in zicht is. “Hij is pas dertig. Fysiek zit hij nog in de bloei van zijn carrière. Hij zegt soms dat hij nog tien jaar door wil. Dat zou wel eens kunnen, want zijn lichaam lijkt nergens last van te hebben.”
Nieuwe doelen zijn er genoeg: een tweede wereldtitel, misschien Olympisch goud op de weg of mountainbike, nog meer monumenten. “Hij wil nog altijd Milaan-Sanremo winnen, dat zegt hij vaak. En misschien nog een keer Roubaix, want dat vindt hij de mooiste koers.”
De Mens Achter De Kampioen
Toch is Van der Poel volgens Philipsen meer dan enkel een keiharde kampioen. “Hij kan ook superrelaxed zijn. Hij houdt van vissen, van een biertje na de koers, en hij kan heel grappig zijn. Soms is hij op de ploegstage de clown van de groep. Mensen zien vaak alleen die killer op de fiets, maar hij is ook gewoon een toffe gast.”
Philipsen haalt een anekdote aan van tijdens een hoogtestage. “We zaten op Tenerife, en ineens had hij zin om in een zwembad te springen midden in de nacht. Iedereen dacht: ‘Doe normaal.’ Maar hij deed het toch. Zo is hij ook: impulsief, maar wel met een enorme levenslust.”
Geen Tekenen Van Vermoeidheid
Hoewel Van der Poel een druk programma rijdt, ziet Philipsen geen tekenen van sleet. “Hij kan soms wel zeggen dat hij moe is, maar de dag erna rijdt hij iedereen weer uit het wiel. Hij heeft een soort natuurlijke recuperatie die je zelden ziet.”
De ploeg probeert wel voorzichtig te zijn. “We willen niet dat hij overspannen raakt. Maar Mathieu laat zich moeilijk tegenhouden. Als hij iets in zijn hoofd heeft, gaat hij ervoor. Dat maakt hem ook zo uniek.”
Een Team in Harmonie
Binnen Alpecin-Deceuninck is het succes mede te danken aan de sterke onderlinge band. “We zijn echt een hechte groep,” zegt Philipsen. “Er is geen jaloezie. Natuurlijk wil iedereen winnen, maar we gunnen het elkaar ook. Mathieu is daar een groot voorbeeld in. Als hij zelf niet kan winnen, werkt hij voor een ander. Dat geeft zoveel vertrouwen.”
Philipsen denkt dat het succes van Alpecin-Deceuninck nog maar net begonnen is. “We hebben jonge gasten die eraan komen, de structuur wordt elk jaar beter, en met Mathieu hebben we de ultieme kopman. Ik denk dat we de komende jaren nog veel mooie dingen gaan zien.”
Tot Slot: Het Geheim Van Van der Poel
Gevraagd naar het ultieme geheim achter Van der Poel’s succes, hoeft Philipsen niet lang na te denken. “Zijn koppigheid,” zegt hij met een glimlach. “Mathieu gelooft zó hard in zichzelf dat hij dingen doet die anderen niet durven. Hij rijdt met een soort branie die je maar eens in de zoveel decennia ziet. Dat maakt hem niet alleen een kampioen, maar ook een attractie. Mensen willen hem zien winnen, of verliezen, maar hij laat nooit iemand onverschillig.”
Of hij Van der Poel ooit kan kloppen in een klassieker? Philipsen lacht breed. “Misschien. Maar zelfs als ik hem versla, zal ik weten dat ik iemand van een buitencategorie heb geklopt. En dat is eigenlijk al een overwinning op zich.”
Terwijl het peloton zich opmaakt voor een nieuwe reeks klassiekers, blijft de schijnwerper onvermijdelijk gericht op Van der Poel. Of hij opnieuw geschiedenis zal schrijven, durft Philipsen niet te voorspellen. Maar één ding weet hij zeker: “Als Mathieu goed is, moet iedereen rijden voor de tweede plaats. En soms zelfs dáár nog achter.”
En zo groeit de legende voort. De Nederlander die fietst alsof hij van een andere planeet komt, blijft voorlopig ongrijpbaar — tot vreugde én wanhoop van zijn concurrenten. Alpecin-Deceuninck kan zich in ieder geval gelukkig prijzen met een kopman die niet alleen races wint, maar het hele team naar een hoger niveau tilt. Want in het wielrennen anno nu is er maar één zekerheid: als Mathieu van der Poel rijdt, gebeurt er altijd iets bijzonders.
